BasurA
BasurA
Is dat nou niet saai, dagen lang alleen in een huis doorbrengen. Nou nee. Sterker nog, je komt er door eigen ervaringen achter wat de drijvende krachten zijn achter het Mexicaanse stadsleven. Een hike door het huis:
Ik heb geen wekker, maar er bestaat hier geen enkele twijfel over wanneer ik op zal staan. Eerst kraait de haan. Het moet gezegd worden: een paar dagen geleden kraaiden er nog diverse hanen hier, en nu nog maar eentje. Rara. Mexicanen zijn dol op pollo, te digo!
Voor de double-check of het leven is begonnen, hoef je alleen maar te luisteren naar de geluiden op straat. Mexicanen houden namelijk niet van lopen, dus tegen de ochtend begint het verkeer door de straten te ronken.
Ochtenden lang spitste ik mijn oren speciaal. Ik had namelijk een volle afvalbak en Viktor had me uitgelegd dat hier geen overheidssysteem is voor het ophalen van vuilnis. Je moet gewoon wachten tot je de bel hoort, en dan met vijf pesos en je afvalbak naar buiten sprinten. De vuilnismannen zijn namelijk vrijwilligers, en moeten cash betaald worden. En dat is nog een hele opgave. Er rijdt namelijk van alles en nogwat langs wat lawaai maakt. Ik rende wel tien keer voor niks naar de deur. Vijf peso lagen dagenlang te wachten in de hal.
Maar vanochtend was het dan eindelijk zover. Ik hoorde de goede bel en even later verscheen een ranzige truck. Basura? Yep! Een man verscheen om mijn bak omhoog te gooien. Een andere man die in de afvalwagen stond, ving hem geroutineerd op en kiepte hem leeg. De pesos wisselden van eigenaar en daar was ik weer in mijn deuropening met mijn lege bak.
Gracias!
Tijd voor opgave twee van de ochtend: het nemen van een douche. Dit huis heeft twee binnenplaatsen. De een is volgebouwd met planten in potten, en in de andere staat een gastenk die tot mijn schouders reikt.
Ook gas wordt ’s ochtends door een mannetje in een pickup rondgereden. Op zijn dak staat een grote luidspreker waar een soort muziek uit klinkt gevolgd door verschillende keren ‘hay gas, hay gaaaas’. Achter de wagen hangt een ketting met ijzeren ringen eraan die over de straat slepen en ook een bel-achtig geluid maken. Niet te verwarren met de basura-bel.
Maar goed, mijn gastenk is nog vol en dat betekent dat ik de geiser die het douchewater opwarmt kan aansteken. Dus stap ik ’s ochtends met aansteker in de hand naar buiten. Eerst de waakvlam, en dan op volle vlam draaien. Twintig minuten en ik kan douchen.
Dat wil zeggen: er komt niet echt veel water uit de douchekop. En om dat te laten stromen moet je twee van de vier knoppen opendraaien, die aan de muur zitten. Hot hot, cold cold. Alleen de hot en de hot hoeven open. Maar niet te ver want anders komt het water uit de knop in plaats van uit de kop.
Na de douche is dan de perfecte tijd om een wasje te draaien. De wasmachine staat ook buiten op de binnenplaats, en werkt op dezelfde geiser. Het is een enorme bovenlader. Was erin, waspoeder erop schudden. O ja, eerst de stekker in het stopcontact steken, anders werkt het niet. En dan worden de handdoeken en onderbroeken even lekker door het water gehaald. Al is echt schoon iets anders. In ieder geval stinkt het minder.
Dan mag het gas nog niet uit, want ik wil nog een kopje koffie. Er is geen koffiemachine, dus pannetje op het vuur en de koffie los in het water. Het zal je verbazen hoe goed dit systeem werkt als je eenmaal handigheid krijgt in het inschenken van koffie zo dat de prut in de pan blijft en de koffie in je kop.
Het gas kan weer uit, dus draai ik de tank weer toe en zet de geiser op ‘lock’. En de deur naar deze binnenplaats moet dicht en met een enorme schuif vergrendeld, want ‘mensen springen hier over de muur’. Ok.
Vandaag is een luxe dag want ik heb gisteren een kilo naranjas gekocht op de markt en die ga ik nu persen. En wel met de ijzeren sinaasappelpers met hendel. Helemaal handwerk en niks zelf rondjes draaien op plastic bakjes. Alleen hmmm… er zitten twee losse onderdelen bij deze pers waarmee het nog even puzzelen is voordat duidelijk is hoe ze erin moeten. Maar dan is het ook puur genieten van het werk en daarna de beloning van een groot glas sap.
En gesproken over drinken. Het water dat hier (minimaal) uit de kraan komt, is niet drinkbaar. Maar geen nood want de tienda een straat verderop verkoopt ‘grande agua’ in vaten van twintig liter. Gisteren was het tijd om zo’n ding naar huis te sjouwen, en daarna nog een keer terug naar de winkel met het oude, lege vat. Daar zat namelijk statiegeld op. Weer wat geleerd.
Na deze hele dagelijkse routine kruip ik dan lekker achter mijn laptop om te schrijven. Ik zit op mijn favoriete stek in het huis: een soort halve serre waar de andere binnentuin, de slaapkamer, de badkamer en de keuken op uitkomen. Dit kon wel eens een latere aanbouw zijn want boven de keukendeur (met aan weerszijden ramen) hangt een faunenkop. Typisch iets voor in de tuin.
Hoe het ook zij, alle deuren staan wagenwijd open, dus ik zit half-binnen half-buiten. Grappig is dat de muur met ramen die deze kamer van de binnenplaats scheidt, net iets verder naar buiten staat dan het dak. Er hangt een soort stoffen flap van het dak over de muur, maar desondanks wordt het hierbinnen als het regent natuurlijk kletsnat. Geeft niks, want de tafel heeft een plastic tafelkleed met bonte bloemetjes.
Dit huis is een geweldig systeem.
Meestal ben ik hier alleen maar soms zijn er grappige gebeurtenissen. Eergisteren werd ik opgeschrikt door geschuifel in de tuin. Het was de vader van Viktor die de planten water gaf (na de regen). En plotseling zag ik dat een deur die anders altijd gesloten was nu open was. Toen ik ging kijken kwam ik Viktors moeder tegen. Ze zat achter de toonbank in een winkel die kleren, schoenen en bruidsjurken verkocht en die kennelijk ook onderdeel is van dit pand!
Ze vertelde een warrig verhaal over belastingen betalen en hoe ze deze winkel meestal niet hoeft te openen, maar nu geld nodig had, dus iets wilde verkopen. De dagen daarna heb ik niemand meer gezien en bleef de winkel kennelijk weer dicht. Interessante verkoopstrategie.
Ik ben benieuwd wat er verder nog zal gebeuren terwijl ik hier ben. Ik blijf nog een paar dagen om mezelf rust te gunnen en tijd te nemen om te schrijven, te tekenen en te bloggen.
Daarna trek ik door naar Chihuahua (de stad) en de noordelijke staten van Mexico.
Is dat nou niet saai, dagen lang alleen in een huis doorbrengen. Nou nee. Sterker nog, je komt er door eigen ervaringen achter wat de drijvende krachten zijn achter het Mexicaanse stadsleven. Een hike door het huis:
Ik heb geen wekker, maar er bestaat hier geen enkele twijfel over wanneer ik op zal staan. Eerst kraait de haan. Het moet gezegd worden: een paar dagen geleden kraaiden er nog diverse hanen hier, en nu nog maar eentje. Rara. Mexicanen zijn dol op pollo, te digo!
Voor de double-check of het leven is begonnen, hoef je alleen maar te luisteren naar de geluiden op straat. Mexicanen houden namelijk niet van lopen, dus tegen de ochtend begint het verkeer door de straten te ronken.
Ochtenden lang spitste ik mijn oren speciaal. Ik had namelijk een volle afvalbak en Viktor had me uitgelegd dat hier geen overheidssysteem is voor het ophalen van vuilnis. Je moet gewoon wachten tot je de bel hoort, en dan met vijf pesos en je afvalbak naar buiten sprinten. De vuilnismannen zijn namelijk vrijwilligers, en moeten cash betaald worden. En dat is nog een hele opgave. Er rijdt namelijk van alles en nogwat langs wat lawaai maakt. Ik rende wel tien keer voor niks naar de deur. Vijf peso lagen dagenlang te wachten in de hal.
Maar vanochtend was het dan eindelijk zover. Ik hoorde de goede bel en even later verscheen een ranzige truck. Basura? Yep! Een man verscheen om mijn bak omhoog te gooien. Een andere man die in de afvalwagen stond, ving hem geroutineerd op en kiepte hem leeg. De pesos wisselden van eigenaar en daar was ik weer in mijn deuropening met mijn lege bak.
Gracias!
Tijd voor opgave twee van de ochtend: het nemen van een douche. Dit huis heeft twee binnenplaatsen. De een is volgebouwd met planten in potten, en in de andere staat een gastenk die tot mijn schouders reikt.
Ook gas wordt ’s ochtends door een mannetje in een pickup rondgereden. Op zijn dak staat een grote luidspreker waar een soort muziek uit klinkt gevolgd door verschillende keren ‘hay gas, hay gaaaas’. Achter de wagen hangt een ketting met ijzeren ringen eraan die over de straat slepen en ook een bel-achtig geluid maken. Niet te verwarren met de basura-bel.
Maar goed, mijn gastenk is nog vol en dat betekent dat ik de geiser die het douchewater opwarmt kan aansteken. Dus stap ik ’s ochtends met aansteker in de hand naar buiten. Eerst de waakvlam, en dan op volle vlam draaien. Twintig minuten en ik kan douchen.
Dat wil zeggen: er komt niet echt veel water uit de douchekop. En om dat te laten stromen moet je twee van de vier knoppen opendraaien, die aan de muur zitten. Hot hot, cold cold. Alleen de hot en de hot hoeven open. Maar niet te ver want anders komt het water uit de knop in plaats van uit de kop.
Na de douche is dan de perfecte tijd om een wasje te draaien. De wasmachine staat ook buiten op de binnenplaats, en werkt op dezelfde geiser. Het is een enorme bovenlader. Was erin, waspoeder erop schudden. O ja, eerst de stekker in het stopcontact steken, anders werkt het niet. En dan worden de handdoeken en onderbroeken even lekker door het water gehaald. Al is echt schoon iets anders. In ieder geval stinkt het minder.
Dan mag het gas nog niet uit, want ik wil nog een kopje koffie. Er is geen koffiemachine, dus pannetje op het vuur en de koffie los in het water. Het zal je verbazen hoe goed dit systeem werkt als je eenmaal handigheid krijgt in het inschenken van koffie zo dat de prut in de pan blijft en de koffie in je kop.
Het gas kan weer uit, dus draai ik de tank weer toe en zet de geiser op ‘lock’. En de deur naar deze binnenplaats moet dicht en met een enorme schuif vergrendeld, want ‘mensen springen hier over de muur’. Ok.
Vandaag is een luxe dag want ik heb gisteren een kilo naranjas gekocht op de markt en die ga ik nu persen. En wel met de ijzeren sinaasappelpers met hendel. Helemaal handwerk en niks zelf rondjes draaien op plastic bakjes. Alleen hmmm… er zitten twee losse onderdelen bij deze pers waarmee het nog even puzzelen is voordat duidelijk is hoe ze erin moeten. Maar dan is het ook puur genieten van het werk en daarna de beloning van een groot glas sap.
En gesproken over drinken. Het water dat hier (minimaal) uit de kraan komt, is niet drinkbaar. Maar geen nood want de tienda een straat verderop verkoopt ‘grande agua’ in vaten van twintig liter. Gisteren was het tijd om zo’n ding naar huis te sjouwen, en daarna nog een keer terug naar de winkel met het oude, lege vat. Daar zat namelijk statiegeld op. Weer wat geleerd.
Na deze hele dagelijkse routine kruip ik dan lekker achter mijn laptop om te schrijven. Ik zit op mijn favoriete stek in het huis: een soort halve serre waar de andere binnentuin, de slaapkamer, de badkamer en de keuken op uitkomen. Dit kon wel eens een latere aanbouw zijn want boven de keukendeur (met aan weerszijden ramen) hangt een faunenkop. Typisch iets voor in de tuin.
Hoe het ook zij, alle deuren staan wagenwijd open, dus ik zit half-binnen half-buiten. Grappig is dat de muur met ramen die deze kamer van de binnenplaats scheidt, net iets verder naar buiten staat dan het dak. Er hangt een soort stoffen flap van het dak over de muur, maar desondanks wordt het hierbinnen als het regent natuurlijk kletsnat. Geeft niks, want de tafel heeft een plastic tafelkleed met bonte bloemetjes.
Dit huis is een geweldig systeem.
Meestal ben ik hier alleen maar soms zijn er grappige gebeurtenissen. Eergisteren werd ik opgeschrikt door geschuifel in de tuin. Het was de vader van Viktor die de planten water gaf (na de regen). En plotseling zag ik dat een deur die anders altijd gesloten was nu open was. Toen ik ging kijken kwam ik Viktors moeder tegen. Ze zat achter de toonbank in een winkel die kleren, schoenen en bruidsjurken verkocht en die kennelijk ook onderdeel is van dit pand!
Ze vertelde een warrig verhaal over belastingen betalen en hoe ze deze winkel meestal niet hoeft te openen, maar nu geld nodig had, dus iets wilde verkopen. De dagen daarna heb ik niemand meer gezien en bleef de winkel kennelijk weer dicht. Interessante verkoopstrategie.
Ik ben benieuwd wat er verder nog zal gebeuren terwijl ik hier ben. Ik blijf nog een paar dagen om mezelf rust te gunnen en tijd te nemen om te schrijven, te tekenen en te bloggen.
Daarna trek ik door naar Chihuahua (de stad) en de noordelijke staten van Mexico.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home