fronterA corosaL
Frontera Corosal
Ik racete terug naar de rivierbank en kwam erachter dat ALLE prive-lanchas al weg waren. De mijne was zelfs na een uurtje al weggevaren omdat een van de Deense touristen (ik hoef niet te vragen welke) ziek was geworden. Paniek tikte op mijn schouder. Hallo.
Er lagen nog zes boten die een grote groep Duitse pubers als lading hadden. De bootsmannen van deze club waren mijn laatste optie om terug te gaan naar Frontera Corosal, en ze wisten het. Of ik accoord ging met hun prijs? Anders lieten ze me graag staan. De lijers wisten een slaatje te slaan uit mijn situatie, jazeker. Maar de hoofdman van de bandieten belde wel voor me naar het kantoort in Frontera om te vragen of mijn tas daar kon worden achtergehouden. Het werd niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk was mijn tas daar nog.
Ik weigerde de reis vooraf te betalen, zoals ik gelukkig mijn andere lancha ook nog niet vooraf had betaald. En dat was goed ook want er werd nog een poging gedaan om me op de Guatemalteekse zijde van de rivier achter te laten. Nou was ik al spinnijdig op dat gekanker met bootslui die er kennelijk altijd op uit zijn om je te naaien, maar nu werd ik echt LINK. Bootsman goed uitgekafferd en gezegd dat hij me mee moest nemen naar Frontera. Nu werd ik met rust gelaten tot de aankomst. Daar betaalde ik mijn overtocht en vond mijn rugzak nog volledig intact terug, waarna een ronselaar van mijn andere lanchavaarder me nog kwam vragen om de helft van de passage, terwijl me al was uitgelegd dat volgens de gewoonte een bootsman die je laat staan geen geld vangt.
Drie taxichauffeurs stonden ook al om me te dringen. Nog meer figuren dus die hun monopolie op transport op me probeerden te verhalen: het was vijf uur geweest dus alle bussen naar Palenque waren al weg. Een reizigster uit Sak Luk had me gewaarschuwd dat er in Frontera alleen maar stikdure hotels waren. Een achtergebleven tourist is cashen man! Ik besloot dat iedereen naar hel kon lopen, heb die mening meteen maar met de wereld gedeeld. Daarna ben ik met mijn rugzak en donderwolk teruggelopen naar een rustige hoek van de stenen rivierbank. Fuck it, ik blijf HIER slapen.
Het beeld dat me in dit soort situaties altijd voor de geest komt is dat van Super Mario, op de Nintendo. Soms heb je zo’n vierkant blokje, en als je daar dan tegenaan springt vliegen er muntjes uit: Ping! Ping! Ping! Ping! En dan door blijven hakken totdat het geld op is en het blokje hard wordt. Kortom, ik had er goed de schijt in.
Ik racete terug naar de rivierbank en kwam erachter dat ALLE prive-lanchas al weg waren. De mijne was zelfs na een uurtje al weggevaren omdat een van de Deense touristen (ik hoef niet te vragen welke) ziek was geworden. Paniek tikte op mijn schouder. Hallo.
Er lagen nog zes boten die een grote groep Duitse pubers als lading hadden. De bootsmannen van deze club waren mijn laatste optie om terug te gaan naar Frontera Corosal, en ze wisten het. Of ik accoord ging met hun prijs? Anders lieten ze me graag staan. De lijers wisten een slaatje te slaan uit mijn situatie, jazeker. Maar de hoofdman van de bandieten belde wel voor me naar het kantoort in Frontera om te vragen of mijn tas daar kon worden achtergehouden. Het werd niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk was mijn tas daar nog.
Ik weigerde de reis vooraf te betalen, zoals ik gelukkig mijn andere lancha ook nog niet vooraf had betaald. En dat was goed ook want er werd nog een poging gedaan om me op de Guatemalteekse zijde van de rivier achter te laten. Nou was ik al spinnijdig op dat gekanker met bootslui die er kennelijk altijd op uit zijn om je te naaien, maar nu werd ik echt LINK. Bootsman goed uitgekafferd en gezegd dat hij me mee moest nemen naar Frontera. Nu werd ik met rust gelaten tot de aankomst. Daar betaalde ik mijn overtocht en vond mijn rugzak nog volledig intact terug, waarna een ronselaar van mijn andere lanchavaarder me nog kwam vragen om de helft van de passage, terwijl me al was uitgelegd dat volgens de gewoonte een bootsman die je laat staan geen geld vangt.
Drie taxichauffeurs stonden ook al om me te dringen. Nog meer figuren dus die hun monopolie op transport op me probeerden te verhalen: het was vijf uur geweest dus alle bussen naar Palenque waren al weg. Een reizigster uit Sak Luk had me gewaarschuwd dat er in Frontera alleen maar stikdure hotels waren. Een achtergebleven tourist is cashen man! Ik besloot dat iedereen naar hel kon lopen, heb die mening meteen maar met de wereld gedeeld. Daarna ben ik met mijn rugzak en donderwolk teruggelopen naar een rustige hoek van de stenen rivierbank. Fuck it, ik blijf HIER slapen.
Het beeld dat me in dit soort situaties altijd voor de geest komt is dat van Super Mario, op de Nintendo. Soms heb je zo’n vierkant blokje, en als je daar dan tegenaan springt vliegen er muntjes uit: Ping! Ping! Ping! Ping! En dan door blijven hakken totdat het geld op is en het blokje hard wordt. Kortom, ik had er goed de schijt in.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home