Thursday, October 13, 2005

tíO



de mijnen. stoffig. pikdonker, vol albest en andere giftige stoffen en gassen. mineros hier, leven niet lang. ze worden een jaar of 35, soms 40. in de kleinere mijnen word je misschien 50, maar op minder dan een hongerloontje. er wordt gewerkt in groepen, of alleen. met de hand worden gaten gehakt om dynamiet in te stoppen. een gat hakt een sterke man in vier tot acht uur (afhankelijk van de steen), op bijna 4100 meter, in ijle lucht en met voornamelijk stof om je longen te vullen.

Om dit uit te houden is een stevig gevoel voor humor noodzakelijk. aangevuld met heel veel alcohol. de doorzichtige, van suikerriet gebrouwen vloeistof die de mineros op hun feesten bij liters naar binnen gieten, bevat 96% en is strict smakeloos.

Ook nodig: heel veel bijgeloof, rite, cult: mineros aanbidden Tío, "the Uncle" of: de duivel. hij krijgt cocabladeren, alcohol en tabak. in zíjn onderaardse rijk gaan ze immers iedere dag door de hel.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home